Zullen we mams kleren maar meteen wegdoen?

“Zullen we mams kleren meteen maar weg doen ?”, vraagt hij aan zijn dochter.

Twee dagen daarvoor stierf zijn vrouw. Ze was ziek, haar gezondheid was al jaren tanende. Zijn dochter reageert wat verward, nu al?

“Mijn eigen kleren hangen al jaren zo krap”.

Terwijl ik dit hoor denk ik: niet alleen zijn kleren hingen te dicht op elkaar... zijn eigen ruimte in hun leven was ook krap.

Er was misschien minder ruimte in dit huwelijk dan hij nodig had.

 

Deze jongen uit het Jappenkamp.

Getraumatiseerd, gedreven, inmiddels bejaard.

Altijd in de regelmodus, in actie-stand. Handelen, oplossen, doorgaan. Zo ken ik hem. En zorgend.

Vooral dat: niet aflatende zorg voor iedereen die hem lief is. Met name voor haar die nu dood is. Zijn dienende aard voegde zich naar haar persoonlijkheid.

Zij nam haar ruimte in, zij vroeg wel de aandacht.

Haar ziek zijn vroeg al vele jaren om zijn zorg. Hij liet het nooit afweten.

Ze hadden het meer dan 60 jaar lang goed samen.

Toch hoor ik nu in zijn vraag “Zullen we mans kleren wegdoen” ook een andere: “Mag ik nu wat ruimte voor mezelf ?”

Reactie schrijven

Commentaren: 0